Het viel nogal op dat uitgeverij DRUKWERK plotseling striptijdschriften als Tante Leny, Inkt en de Gekleurde Omelet begon uit te geven. En dat opvallen gebeurde niet alleen bij winkels en lezers, maar ook bij aspirant-striptekenaars.

In het Noordhollandse Laren waren een paar jonge enthousiastelingen onder de bezielende leiding van Jan Willem Vaal een eigen stripblad gaan maken: SPEEDO.

Zodra ze voldoende materiaal verzameld hadden, stapten ze bij uitgeverij DRUKWERK binnen om te vragen of we het blad wilden uitgeven. Ze waren jong (nog jonger dan de Omeletters) en vol ambitie, en daar hielden we bij DRUKWERK wel van.

 

Met de stripmap onder de arm en het tijdschrift in hun hoofd stapten ze bij DRUKWERK naar binnen: Jan Willem Vaal en René van Asselt. Ze hadden ook al een ‘gast’-tekenaar gestrikt: anderhalve pagina van niemand minder dan Theo van den Boogaard. (Gewoon bij Theo op bezoek gegaan om hem zijn medewerking te vragen).

Het blad moest SPEEDO heten en gezien het tijdsbeeld en de leeftijd van de tekenaars zou het ‘punk’ worden.

Een punk-achtig idee was het bijvoorbeeld om met nummer 2 te beginnen, zodat verzamelaars zich rot zouden zoeken naar nummer 1.
Het omslag (van ‘Jan Talent’, pseudoniem van Jan-Willem Vaal) was nog wel punk te noemen, maar de inhoud was hooguit te classificeren als Gooise punk. Seks-scenes waren in de minderheid tegenover het aantal doden die vielen, maar er was wel ieder nummer aandacht voor wat popmuziek.

Om een wat lagere oplage toch nog een beetje rendabel te houden hadden we als uitgever besloten dat het blad niet 32 pagina’s plus omslag zou worden, maar 32 pagina's inclusief omslag. Dat scheelde weer een beetje in de financiën. 

Dat nummer 1 zou er dan toch komen, namelijk op A5-formaat en meegedrukt als apart katern van INKT nummer 8. Het zou suggereren dat het een eigen uitgave van de Speedo-stal was en kon dan mooi gebruikt worden om te signeren en te verkopen op stripbeurzen. Maar INKT 8 kwam maar niet uit, dus werd SPEEDO 1 uiteindelijke een bijlage bij SPEEDO 4.


Dat het blad uiteindelijk toch nog een beetje punk werd kwam door Aart Clerkx. In Speedo nummer 5 introduceerde hij het befaamde duo Klashorst en Van der Ploeg als striptekenaars, en zelf maakte hij voor dat nummer de meest punkige strip met als titel "Joost en Claire", waarin een soort Jopo de Pojo meespeelde. Verder had het verhaal volgens mij weinig met Joost Swarte te maken – ook Astérix, Moe Koe en Kuifje speelden er trouwens in mee – maar Joost was kennelijk "not amused" en verbrak zijn banden met uitgeverij DRUKWERK.

Dat de Speedo-mensen zijn naam met grote letters op het omslag hadden gezet, terwijl hij natuurlijk niet zijn medewerking aan het blad had gegeven, zal daarbij ook wel een rol gespeeld hebben.

Nummer 5 was meteen het laatste nummer van SPEEDO. Niet vanwege deze ‘kwestie’, maar omdat uitgeverij DRUKWERK inmiddels besloten had alle DRUKWERK-tijdschriften onder te brengen in één groot, dik en regelmatig verschijnend blad: TALENT.