DE ARNHEMSE OMELET

Terwijl uitgeverij DRUKWERK in Amsterdam net drie tijdschriften onder zijn hoede had genomen, waren in Arnhem een aantal jonge tekenaars bezig zelf een nieuw stripblad op poten te zetten

 ‘In de Omelet, een Gelders Schtripblad’. Ze maken geen klassieke strips, ook geen undergroundstrips, maar schtrips, zegt hun statement. Het blad is een gezamenlijk initiatief van Aloys Oosterwijk, Ben Jansen, Hanco Kolk, Frank Langedijk, René Meulenbroek, Riewert Catz en Diederick van Kleef.
Het eerste nummer, IN DE BLAUWE OMELET ziet het levenslicht in februari 1976. Het tweede nummer, IN DE ORANJE OMELET zou kort erna verschijnen, namelijk op Koninginnedag (vandaar Oranje), maar dat lukt niet, het blad komt te laat.
Inmiddels ontdekt men in Amsterdam het niet al te best gedrukte, met de hand in elkaar geniete tijdschriftje met de nieuwe generatie striptalent die in Arnhem zo enthousiast bezig is.

uitgeversechtpaar van Fulpen bekijkt op een Arnhems terras nieuwe stripverhalen onder het toeziend oog van Hanco Kolk.

Daarom rijdt DRUKWERK-uitgever Har van Fulpen (meestal met vrouw en kinderen) een paar keer naar Arnhem (toch altijd nog zo’n 100 kilometer) om op Arnhemse terrasjes en Arnhemse feesten zakelijke besprekingen te voeren en nieuwe stripverhalen te bekijken. Het klikt tussen de tekenaars en de uitgeversfamilie en besloten wordt dat uitgeverij DRUKWERK ook dit stripblad op zal nemen in zijn fonds.

Een Arnhemse krant schrijft hierover heel spits:
‘De Omelet zit gebakken’.

 

 

 

In augustus 1976 verschijnt het derde nummer van de Omelet, IN DE GROENE OMELET. Op de cover een tekening van Aloys Oosterwijk van wat hun studio lijkt te zijn, maar in werkelijkheid is het het huis waar René Meulenbroek woonde, rechtsbovenin op zolder. Alleen het balkon met daarop alle Omelet stripfiguren is verzonnen. Hanco Kolk herinnert zich nog dat ze er af en toe na een dag doorhalen naar de zonsopgang keken.

 

IN DE GROENE OMELET is de eerste Omelet die door DRUKWERK wordt uitgegeven. Op A4-formaat, waardoor de strips heel wat beter tot hun recht komen en niets een landelijke bekendheid van de Arnhemmers nog in de weg staat.

Nieuwe Omeletten verschijnen met behoorlijke regelmaat: de Paarse, de Rode, de Bruine en de Okeren Omelet — een hele regenboog aan Omeletten. Steeds zijn het ongeveer dezelfde tekenaars die het blad vullen.

Het enthousiasme van de tekenaars is niet te stuiten en natuurlijk proberen ze ook professioneel aan werk te komen.

Om brood op de plank te krijgen gaat Hanco Kolk in een boekhandel werken, boekhandel Krooneman. Dat is echt zo'n boekhandel (ANNO 1931) waar ze niets van strips weten, maar hij ziet kans om de kelder om te toveren tot een afdeling waar STRIPS verkocht mogen worden.

Zijn enthousiasme sleept zijn hele kennissenkring de winkel in en de omzet van de DRUKWERK-uitgaven gaat er met sprongen omhoog… maar net zo hard weer omlaag als Hanco er na een tijdje weer vertrekt, omdat tekenen nu eenmaal belangrijker is.
Ben Jansen begint voor DRUKWERK te letteren, hij solliciteert bij Oberon en gaat voor die uitgeverij ook letterwerk doen, wellicht als eerste stap om een voet tussen de deur van een grote stripuitgeverij te krijgen. Daarnaast begint hij in Arnhem ook een stripwinkel: Het Gele Gevaar. De winkel wordt officieel geopend door DRUKWERKs Annemieke van Fulpen. Het grote pluspunt van deze stripwinkel: een deskundige verkoper die ter plekke ook zijn eigen strips zit te tekenen, want de winkel is meteen ook Ben Jansens tekenstudio.

De Arnhemse tekenaars vormen een hechte vriendengroep, niet in het minst door de feesten die ze regelmatig geven, met eigen "live" muziek en politiebezoeken vanwege burengerucht, hetgeen uiteindelijk in 1981 zal resulteren in een echte tekenstudio: Studio Arnhem.
Maar in 1978 noemen we ze gewoon nog  ‘de Omeletters’.

De kwaliteit van de strips in De Omelet gaat met sprongen omhoog. Toch verschijnt het blad in april 1978 voor het laatst: de dubbeldikke Okeren Omelet. Dat is niet omdat de tekenaars er genoeg van hebben, maar omdat uitgeverij DRUKWERK hogere aspiraties heeft en het besluit neemt om alle (strip)tijdschriften die ze uitgeven te bundelen in één nieuwe titel, om op die manier de markt definitief te veroveren. De naam van dat blad wordt TALENT. Daarover binnenkort meer.


De "Founding Fathers"

Het idee ontstond bij twee "Jonge onvolwassen" striptekenaars. Aloys tekende al jaren en had al wel eens wat gepubliceerd. Rieuwert moest en zou zich ook bewijzen strips te kunnen tekenen, zij leerden Hanco kennen en die vond dat Ben er ook bij moest. Zo werd het al snel een viertal. Nog niet genoeg, zo kwamen ze René op een kunstacademie tegen die ook al eerder was begonnen te wandelen op het pad van striptekenaars. Diederick ging zich in strips en het tekenen daarvan interesseren en kon er ook nog bij. Om nog meer variatie te krijgen kwam Frank er even bij, maar kon na de Blauwe Omelet niet meer meedoen vanwege zijn studie.

(uit: tentoonstellingscatalogus "In de Speciale Omelet", 13-2-1977)

Aloys Oosterwijk


Hanco Kolk

René Meulenbroek


Ben Jansen

Diederick van Kleef


Rieuwert Catz

Frank Langedijk


Lees ook: